52

Genève, 1970

Sinds de komst van Seamus waren er vier dagen verstreken. Leah ging langzaam vooruit. Hij zorgde ervoor dat ze uitrustte, dat ze werd omringd door kalmte en hij hielp Eleanor met het eten. ‘s-Avonds las hij Leah voor, zette de muziek op die ze wilde horen en zette voor zichzelf oneindig veel koppen thee. Hij sliep op de bank en werd wakker van het geringste geluidje dat zijn patiënt maakte. Dan liep hij zachtjes naar haar toe en ging op de rand van het bed zitten wachten totdat ze weer in slaap viel. Nu lag ze te rusten en zat Seamus met Eleanor en Gareth in het zonnetje op het terras.

“Wat ben je nu van plan, Seamus?” vroeg Eleanor.

“Ik zou haar graag met me meenemen naar huis, maar ik heb het onderwerp nog niet durven aansnijden. Ik zou Jim moeten vragen of hij mijn praktijk nog iets langer kan waarnemen of een arts moeten vinden die me tijdelijk zou kunnen vervangen.”

“Maar het kan ook zijn dat Leah zich nooit in staat zal voelen om deze plek te verlaten.” Gareth keek Seamus somber aan. “Wat ga je dan doen?”

“Ik moet een manier verzinnen om dicht bij haar te kunnen zijn,” antwoordde Seamus zonder aarzelen. “Misschien stop ik dan wel met mijn praktijk. Ik heb haar beloofd dat ik haar nooit meer zal verlaten, en aan die belofte houd ik me.”

“O, Seamus, je moet hier goed over nadenken! Connemara achterlaten, en alles waarvan je houdt? Heb je echt goed nagedacht over de prijs die je dan moet betalen?” Eleanor kon haar bezorgdheid niet verbergen.

“Nu ik haar na al die jaren vol eenzaamheid weer heb gevonden, nu ik weet dat ze nog leeft, weet ik dat mijn leven zonder haar geen zin heeft.” Hij had haar twijfels gezien. “Dat is meer dan een romantisch praatje, mijn liefje. Het is iets wat ik altijd al heb geweten, vanaf het allereerste moment dat ik haar zag.”

“Maar ze is zo gekwetst, zo beschadigd. Ze is nog steeds beeldschoon, en ze is een buitengewone vrouw, moedig en gracieus. Maar weet je het zeker? Kun je het na al die tijd wel zeker weten?”

“Liefje, liefde kun je op verschillende manieren ervaren. Ik heb al die jaren van slechts één vrouw kunnen houden, en van niemand anders. En ik denk dat we, ondanks alles wat er is gebeurd, samen een leven vol liefde kunnen leiden. Het zal niet dezelfde soort liefde zijn die we op onze eerste ontmoeting hebben gedeeld, dat weet ik heel goed. Maar we zullen er des te dankbaarder voor zijn omdat we na al die jaren nog een kans hebben gekregen.”

Seamus boog zich voorover en kuste zijn nichtje op de wang. Daarna ging hij in zijn eentje een wandeling maken langs de oever van het meer. Gareth stond naast Eleanor en vroeg zich af of zij ooit zo’n soort liefde voor hem zou kunnen voelen. Hij wilde haar dolgraag aanraken en haar vertellen wat hij voor haar voelde. Maar hij was bang dat ze hem zou afwijzen en dat ze daardoor in een onmogelijke situatie zouden belanden.

Ik moet het langzaam en voorzichtig aanpakken, dacht hij. Ik moet gewoon geduld hebben en haar voor me proberen te winnen met alles wat in mijn vermogen ligt. Maar zal ze ooit op die manier van me kunnen houden?

Eleanor draaide zich naar hem om en keek aandachtig naar zijn gezicht. “Ja, dat kan ik,” zei ze.

“Wat kun je?”

Eleanor keek naar haar oom, die zich steeds verder van hen verwijderde, en toen weer naar Gareth. Ze sloeg haar armen om zijn nek. “Ja, ik kan ook op die manier van jou houden, als je me een kans geeft.”

Haar mond was dicht bij de zijne. Hij kon haar adem voelen en werd duizelig toen hij haar zoete geur inademde. “Kun je ook al mijn gedachten lezen?” vroeg hij, terwijl hij in haar blauwe ogen keek.

“Wel als je hetzelfde denkt als ik,” antwoordde ze. “We kunnen op die manier van elkaar houden, toch? Want ik hou van je, Gareth Duggan, en ik begrijp niet dat ik dat al die tijd niet heb beseft. En ik wil dat je van mij houdt, en me vasthoudt en me nooit meer laat gaan.”

Gareth sloeg zijn armen om haar heen en kuste haar. “Wil je met me trouwen? Trouw met me, jij beeldschoon, lief, verrukkelijk wezentje. Laat me je beminnen met mijn lichaam en geest, met mijn ziel en wezen.”

Ze ontspande zich toen ze zijn kracht voelde en keek glimlachend naar hem op. “Kun je misschien heel snel met me trouwen? Want nu ik je heb gevonden, wil ik nooit meer van je worden gescheiden.” Toen zei ze opeens: “Maar je kinderen? O hemel, wat zullen zij ervan denken?”

Hij lachte en zei zonder aarzelen: “Mijn allerliefste meisje! Je weet dat ze gek op je zijn. En ze zullen behoorlijk onder de indruk zijn omdat hun stoffige oude pa zo’n mooie vrouw aan de haak heeft geslagen!”

Terwijl hij sprak, keek Eleanor aandachtig naar elk detail van zijn gezicht: de lachrimpeltjes rond zijn ogen, zijn sterke neus en volle mond, de manier waarop zijn haar eigenzinnig boven zijn voorhoofd omhoogstak, en de sporen van verdriet die in zijn gezicht waren achtergebleven.

“Waarom heb ik nooit eerder gezien dat je zo’n waanzinnig aantrekkelijke man bent!” Lachend bedekte ze zijn gezicht met kussen. Met haar vingers volgde ze de lijnen van zijn gezicht.

Hij mompelde haar naam, genietend van het wonderbaarlijke feit dat ze nu zo dicht bij hem was. Ze hielden elkaar vast en wiegden zachtjes heen en weer. Seamus keek onverwacht om en was dankbaar toen hij de twee gestalten zag. Hij bad dat hij en Leah dezelfde vreugde zouden mogen ervaren.

“O, god, ik moet morgen vertrekken,” riep Gareth vol ongenoegen uit. “Wanneer kom je weer terug, mijn lieve Eleanor? Hoe lang moet ik zonder je leven?”

Ze schudde haar hoofd en legde haar vingers op zijn mond om te beletten dat hij het zou zeggen. Ze wilde de tijd even stilzetten en genieten van dit moment.

Zachtjes trok hij haar hand weg. “Als een van ons niet snel aan het werk gaat, gaat Kirwan Publishing nog op de fles!” Hij lachte half, nog steeds buiten adem.

“O, verdorie! Waarom moet ik nu weer verliefd worden op een verantwoordelijke man?” Ze kuste hem zachtjes, lokte hem weg van de werkelijkheid, terug naar de uitgelatenheid en vreugde van hun ontdekking. Maar toen ze naar binnen liep, lachte ze ook en riep naar hem: “Leah kan elk moment uit haar middagdutje ontwaken. Ik ga thee voor haar zetten. En als Seamus het niet erg vindt, zou je verloofde graag vanavond met je uit eten gaan.”

Nadat Gareth de volgende morgen was vertrokken, zat Eleanor op het terras en schreef een brief aan Solange de Valnay. Ze had steeds vaker aan haar halfzuster gedacht en vond dat Solange moest weten dat haar vader en moeder dappere, onzelfzuchtige mensen waren geweest die anderen zoveel hadden gegeven en zelf zoveel hadden moeten opofferen. Ze pakte haar pen en schreef over alles wat ze had ontdekt.

Op de dag van Stefans begrafenis stond er een stralende zon aan een wolkeloze hemel. Hij werd begraven op een klein kerkhof aan het meer. Enkele collega’s van Leah van het conservatorium waren aanwezig, evenals dokter König en zijn vrouw, Stefans verpleegsters en een aantal medewerkers van de kliniek. De leden van Leahs kwartet speelden een eerbetoon aan zijn leven, en te midden van de omringende akkers was zijn graf een tapijt van bloemen. Leah had gravin Svenssen geschreven, maar er was geen antwoord gekomen op haar brief. Toen Eleanor wegliep van het pas gedolven graf met de nog vochtige aarde, wist ze dat het tijd was om naar Dublin terug te keren.

Haar oom had verheugd gereageerd op het nieuws van haar en Garedi en was ervan overtuigd dat ze een goede keuze had gemaakt. Eleanor besefte dat hij zijn toekomst zelf moest uitstippelen, of het nu met of zonder Leah zou zijn. Ze hadden haar nu niet nodig, en ze wilde dolgraag naar huis. Ze wilde Gareths gezicht voelen, zijn haar aanraken en zijn krachtige armen om haar heen voelen.

Op de ochtend na de begrafenis nam ze afscheid. Toen ze naar de taxi liep, riep Leah haar naam en rende naar haar toe, haar in een stevige omhelzing sluitend.

“Ik weet niet hoe ik je moet bedanken, Eleanor. Je bent echt een kind van je vader. Hier, deze zijn voor jou. Ik wil ze aan jou geven.” Ze gaf Eleanor een stapeltje brieven dat met een lint bijeen was gebonden. “Het zijn de brieven die Richard me heeft geschreven. Ik wil dat jij ze krijgt en dat Helena ze leest. Dan zal ze het weten. Ze moet het weten. En geef die man van je alles wat je hebt,” zei ze. “Hou niets achter. Hij houdt van je. Een dergelijke liefde is onbetaalbaar.”

Eleanor stapte in de taxi en hield de brieven dicht tegen zich aan. Ze wilde ze pas lezen wanneer ze dat samen met haar moeder kon doen. Ze draaide zich om en wuifde naar Leah, wier slanke gestalte het trapje afliep naar het kleine huis aan het meer, waar Seamus op haar wachtte.