4

Saint-Joseph de Caune, 1970

Solange lag vanachter de gordijnen van mousseline naar de optrekkende koele ochtendmist te kijken. Onder haar raam stroomde de rivier snel over de rotsen, die vaag en stevig onder het glinsterende wateroppervlak lagen. Ze sliep nog half en haar bed was warm. De vrijheid van die eerste zwevende momenten was van korte duur. Toen de realiteit van Eleanor Kirwans brief langzaam doordrong tot de eerste ogenblikken van haar dag en als een stille sluier over haar neerdaalde, volgden het rare krampje in haar maag en het ontnuchterende besef van een doffe pijn.

Ze stond op en liep naar het raam, waar ze haar hoofd tegen de oude stenen muur liet rusten. Om haar heen lagen de bergen van de Haut-Languedoc in de ochtendschemering, terwijl hier en daar al een bleke zonnestraal over de glooiende heuvels viel. Na een klop op de deur kwam Lorette binnen, de huishoudster van de familie, die ook haar kindermeisje was geweest. Op het kleine dienblad met koffie lagen ook twee enveloppen. Op de bovenste stond Guy St. Jorres nette, schuine handschrift. Solange pakte de brief op en herkende meteen het Ierse poststempel op de brief daaronder. Vervuld van afgrijzen wachtte ze onrustig en gespannen tot Lorettes voetstappen waren weggestorven op de trap. Daarna schoof ze de brief van haar verloofde opzij om de tweede brief van Eleanor te openen. Haar eerste reactie was sympathie, maar toen ze de brief nog eens las, raakte ze langzaam geïrriteerd en daarna zelfs boos. Waarom wilde dit meisje zich zo wanhopig graag onderdompelen in het verleden, omstandigheden onderzoeken die al lang voorbij waren en beter met rust konden worden gelaten? Eleanor Kirwan was in Ierland bij haar familie. Zij kon haar verdriet delen en rekenen op de troost van haar broer en zus.

“Mijn vader was een zorgvuldig man,” schreef Eleanor. Niet zó zorgvuldig, dacht Solange. Als getrouwd man had hij een affaire gehad en een kind verwekt bij een andere vrouw. Hoe had haar moeder verstrikt kunnen raken in zo’n klassieke, domme situatie? Was het een laatste gril geweest voordat ze met Henri de Valnay was getrouwd? Had Richard Kirwan niet gezegd dat hij getrouwd was of had hij Celine beloofd dat hij zijn vrouw voor haar zou verlaten? Solange gruwde van de gedachte aan de ongeplande zwangerschap en het ongewenste kind. Eleanor klonk als het goedmoedige, gekwelde type dat zich waarschijnlijk nooit had losgemaakt van de strenge, religieuze opvoeding waaraan Ierse meisjes kennelijk vrijwel vanaf hun geboorte werden blootgesteld. Ze klonk alsof ze nog in de vorige eeuw leefde, al bleek ze een of andere relatie te hebben gehad. De broer klonk verwaand, en het jongere meisje ijdel en verwend, maar Solange had medelijden met Helena Kirwan. Ze werd vervuld van woede toen ze eraan dacht hoe ze over haar moeder hadden gesproken, van wie ze niets wisten. Van wie ze zelf evenmin iets wist.

“Kan dit allemaal waar zijn?” vroeg Solange zich hardop af, terwijl ze aan de datum van het huwelijk van haar ouders en haar eigen geboortedatum dacht. Trouwde ze echt met papa terwijl ze het kind van een andere man droeg? En was die affaire daarna nog jarenlang doorgegaan? Wist papa het? “O god, papa, heb je het al die tijd geweten?”

Ze dacht aan die vreselijke laatste weken en zag het ingevallen gezicht van haar moeder weer voor zich, met de holle oogkassen en de uitdrukkingsloze blik in haar ogen. Celines lichaam was gekrompen en de ooit zo gladde huid had zich over haar uitstekende botten uitgestrekt, geel en gerimpeld, terwijl de ziekte haar genadeloos verteerde. Wanneer Solange haar had opgetild of haar in een minder pijnlijke positie had gedraaid, was ze steeds bang geweest dat Celines broze gestalte onder haar handen in stukjes uiteen zou vallen. Had Celine toen geweten wat haar minnaar hun allen zou aandoen?

“O, mama,” mompelde Solange. “Dit overkomt gewone mensen als wij niet. Wat voor soort man doet dit nou, na al die jaren? Je had het me moeten vertellen—al was het alleen maar om me te helpen om papa te beschermen. Hoe kon je dit allemaal aan mij overlaten?”

Misschien was haar moeder altijd van Richard Kirwan blijven houden. Solange was blij dat ze die man nooit had ontmoet, dat ze hem nooit had gezien. Die Ieren waren er zo zeker van dat hij haar vader was. Hadden ze soms bewijzen die ze voor zichzelf hielden? Ze wist dat mannen en vrouwen van alle rangen en standen er buitenechtelijke relaties op na hielden. Maar toch huilde ze ‘s nachts van verdriet en machteloze woede, terwijl de wrok een vieze smaak in haar mond achterliet.

Het Ierse meisje dacht vast dat Franse vrouwen cynisch en achteloos ten opzichte van hun liefdesrelaties stonden, maar Solange wist dat dat een domme generalisatie was. Alle menselijke wezens reageerden zeer emotioneel op verraad, en ze had verschillende vriendinnen van haar moeder zien huilen toen ze erachter waren gekomen dat hun echtgenoot een liefje had. Celine had hun aangeraden om alleen verder te gaan, om een nieuw leven te beginnen, of om te blijven en vastberaden te vechten voor wat ze hadden. Maar de wijze, meelevende dokter was er niet om te verklaren hoe groot haar eigen bedrog was geweest. Solange kon niemand bedenken die ze in vertrouwen kon nemen over het geheim van haar onwettige geboorte en de erfenis die niet welkom was.

Ze deed Eleanors brief in het laatje van haar bureau en draaide zich om, bijna in tranen. Hoe moest ze haar verloofde uitleggen wat er in zijn afwezigheid was gebeurd? Zijn familie, die van zeer oude komaf was, zou het nooit begrijpen. Solange vond Guys vader altijd wat afstandelijk, en zijn moeder was zeer voornaam, gevormd door het keurslijf van de ouderwetse etiquette. En wat zou Guy zelf wel niet vinden van haar ouders? De vader die niet haar vader was, de moeder die haar echtgenoot had bedrogen en die niet eerlijk genoeg was geweest om het aan haar enige kind te vertellen, zelfs niet op haar sterfbed. Zou ze de hele vreselijke geschiedenis geheim moeten houden en het bedrog van haar moeder overdragen op een volgende generatie?

“Mijn god, waar heb ik dit aan verdiend? Wat heb ik verkeerd gedaan? En waarom heb ik haar ook teruggeschreven?” In bad kolkte het warme, geurende water om haar heen zonder haar troost te brengen. Solange wreef boos over haar huid, waardoor er rode vlekken op haar armen verschenen. “Ik heb dit vooral over mezelf afgeroepen. Ze had niets over mijn familie hoeven weten, net zomin als ik iets over de Kirwans en hun problemen hoef te weten. Ik had haar beter kort kunnen antwoorden om te zeggen dat de brief was aangekomen, en het daarbij laten. Ik had het aan de advocaten moeten overlaten.”

Solange was er nu van overtuigd dat ze zich in die eerste brief veel te veel had blootgegeven. Ze had de indruk willen wekken dat ze een wereldwijze, onafhankelijke vrouw was, dat haar familie er warm bij zat, dat ze goed opgeleid was, financiële zekerheid kende en het geld van de Kirwans helemaal niet nodig had.

Ze stapte uit bad en pakte een handdoek. Haar lichaam was slank en goed gevormd, met een smalle taille, smalle heupen en volle borsten. Ze was altijd blij geweest dat haar olijfkleurige huid gemakkelijk bruin werd en ze was dankbaar voor zijn stevigheid en zachtheid. Haar honingblonde haar was zwaar en dik, en heel anders dan de bleke, glinsterende lokken van haar moeder. Ze was er altijd van uitgegaan dat ze de grijze ogen en de adelaarsneus van Henri de Valnay had geërfd, maar nu trok ze een wrang gezicht, denkend aan de vanzelfsprekendheid waarmee ze dat had aangenomen. Tranen welden op in haar ogen. Haar keel deed pijn, en ze voelde zich somber, verdoofd en was boos op zichzelf. Nadat ze haar ogen had afgeveegd bracht ze wat make-up aan, vooral om haar moreel wat op te vijzelen.

In de slaapkamer viel haar blik op Guys brief, die nog ongeopend op het dienblad lag. Er was tenminste iets op deze zonnige ochtend waar ze om kon glimlachen. Ze trok haar badjas aan en ging op haar stoel bij het raam zitten. Vanwege een familieruzie over aandelen in een grote suikerplantage was hij naar Guadeloupe gegaan, om een van de hogere leidinggevenden van zijn advocatenkantoor bij te staan. Guy was een toegewijde brievenschrijver. Zijn woorden waren vol tederheid en begeerte; Solange kon zijn behoefte om bij haar te zijn bijna voelen. Ze hief een hand op en bracht hem naar haar nek, waar hij haar graag aanraakte, en vol dankbaarheid voelde ze dat er een golf van genegenheid door haar heen spoelde. Nadat ze de brief voor de tweede keer had gelezen borg ze hem zorgvuldig op bij zijn andere brieven. Daarna kleedde ze zich aan met meer optimisme dan ze in dagen had gevoeld.

Onder het ontbijt las ze de krant hardop voor aan Henri en besprak met hem hun plannen voor de dag. Hij somde alles even snel op en vroeg haar of er nog onbeantwoorde correspondentie voor hem lag. In deze tijd van het jaar hadden de wijngaarden veel aandacht nodig. Het snoeien was begonnen, en insecten en onkruid leken elke dag in aantal en omvang toe te nemen. Even later begaf Henri zich naar de bibliotheek om wat telefoontjes te plegen. Kijkend naar zijn doelbewuste tred vroeg Solange zich af hoe lang elk meubelstuk al op dezelfde plek had gestaan, waardoor hij vol zelfvertrouwen in zijn huis kon rondlopen. Ze was zo onoplettend geweest en had van alles voor lief genomen. Voortaan zou ze zich niet meer overgeven aan overdreven emotionele reacties. Papa mocht niet weten dat haar moeder in een moment van dwaze begeerte van een andere man in verwachting was geraakt. Dat was het allerbelangrijkste aspect van de erfenis die ze net had gekregen.

Ze liep de trap op naar haar slaapkamer, waar verschillende van haar favoriete foto’s op het glanzende, wasachtige oppervlak van de vensterbank stonden. Op een ervan stond Celine de Valnay, rustig glimlachend naar haar echtgenoot, met haar hand op de schouder van haar dochtertje. Solange schoof haar stoel bij en ging even zitten om tot rust te komen. Om zich heen voelde ze de koesterende muren van haar ouderlijk huis. Op dat moment besloot ze dat ze haar ware achtergrond voor haar verloofde verborgen zou houden, met de gedachte—hoewel ze wist dat het niet zo was—dat ze dat voor haar vader deed. Hij was de vader van wie ze hield en die ze respecteerde. Ze was dezelfde persoon als daarvoor, ook al was ze geboren uit een andere verbintenis. Ze zou de ongewenste geesten uit het verre verleden uit haar toekomst weren.

Ze waren dood, de mooie dokter en haar onbekende minnaar, en ze mochten niet de kans krijgen om de funderingen van Solanges rustige, veilige wereld op hun grondvesten te doen schudden. Alleen de aanvankelijke schok had haar van haar stuk gebracht, als een naald waarmee haar moeder haar had geïnjecteerd. Er was altijd eerst die scherpe pijn, maar daarna was alles weer als tevoren. Solange pakte haar pen en begon te schrijven.

Domaine de Valnay,

Saint-Joseph de Caune,

Frankrijk

12 april 1970

Beste Eleanor,

Dank je voor je brief van 30 maart. Het was aardig van je om me weer te schrijven en een beschrijving te geven van je familie. Ik weet dat je erachter probeert te komen hoe mijn moeder en ik in Richard Kirwans leven zijn gekomen. Dit moet allemaal heel moeilijk voor je zijn, en ook voor je broer en zus. Je briefis ontroerend, evenals de beschrijving van je moeder. Jij bent duidelijk ook een kunstenares, maar dan met woorden in plaats van met kleuren en penselen.

Ik ben echter tot de ontdekking gekomen dat er voor ons in feite geen reden is om de waarheid achter de relatie tussen jouw vader en mijn moeder te achterhalen. Wat er ook tussen hen heeft plaatsgevonden, en wat waarschijnlijk het onbedoelde gevolg is geweest van hun gevoelens, dient met rust te worden gelaten. Jij woont met je familie in Ierland, en op een dag zul je eroverheen zijn. Uiteindelijk zullen we ons misschien allemaal realiseren dat Richard Kirwan op de een of andere manier eerlijk wilde zijn, of dat hij misschien al jaren door zijn geweten werd gekweld, maar op dit moment lijkt zijn methode wreed en onnodig dramatisch. Het is niet waarschijnlijk dat we dit ooit in hetzelfde licht zullen zien.

Ik vind dat we het verleden moeten laten rusten en ons op het heden en de toekomst moeten richten. Onze ouders—alle vier, want Henri de Valnay is sinds mijn geboorte een echte vader voor me geweest—hebben vast talloze geheimen, en het is beter als we dit deel van hun verleden laten rusten. Je moeder heeft al genoeg geleden, en ik kan me niet voorstellen dat ik mijn vader aan iets zou willen blootstellen wat hij misschien niet zou overleven. Richard Kirwans nalatenschap aan mij blijft zowel een dilemma als een mysterie. Het spijt me dat ik zonder het te weten nog meer verwarring heb gezaaid in deze tijd van rouw, en ik hoop dat jullie elkaar de liefde geven die nodig is om aan een nieuw deel van jullie levens te beginnen. Jullie hebben in elk geval de troost van een hechte familie.

Er lijkt geen reden voor ons te zijn om deze briefwisseling voort te zetten. Ik zie niet in wat het ons zou opleveren als we zouden gaan graven in een drama dat ver achter ons ligt, omdat wij slechts figuranten zijn in een scenario dat we toch niet begrijpen. Zij die de hoofdrollen speelden, zijn er niet meer. Het is beter om het te laten rusten, en ons te herinneren waarom we zoveel van hen hielden.

Nogmaals bedankt voor je medeleven. Ik begrijp dat je meer wilt weten over het leven van je vader, maar ik wens geen deel uit te maken van die ontdekkingstocht. Naar mijn mening schieten we er het meest mee op wanneer we weer de mensen worden die we voor deze ongelukkige onthulling waren. Ik hoop dat je een gelukkig leven zult hebben, en dat je veel voldoening zult vinden in het schrijven. Al vroeg leerde ik van mijn moeder, en van al degenen van wie ik echt hou, dat de schoonheid van de op papier gedrukte menselijke gedachte, ook al werd die moeizaam en pas na jaren van inspanning tot uitdrukking gebracht, misschien de grootste gift is die we hebben om ons in het leven en in de liefde door te laten leiden.

Met vriendelijke groet,

Solange de Valnay

Met overtuiging schreef Solange haar naam op. Hiermee werden haar gevoelens helder uitgelegd, zonder onnodig sentimenteel te zijn. Eleanor Kirwan mocht dan wel haar halfzus zijn, ze was tevens een vreemde. Ze pakte haar moeders foto op en bekeek nogmaals het mooie, lachende gezicht. Opeens sloeg ze krachtig met het zilveren lijstje op het bureau, waardoor het glas brak. Daarna ging ze naar beneden en voegde zich bij Henri de Valnay in zijn bibliotheek, dankbaar voor de vertrouwde routine van hun dag.